Zigeunerin

De jonge heer draagt een pluimhoed een rode mantel en kniebroek een gele vest en laarzen. Naast hem zit een zigeunerin herkenbaar aan het donkere incarnaat en het opzichtig geel-blauwe hoofddeksel die de linkerhand van de jongeman vasthoudt en hem zijn toekomst voorspelt. Links staat een jongeman die bij de zigeunerin lijkt te horen gezien zijn huidskleur en kledij die bestaat uit een blauwe kniebroek en een witte doek om zijn schouders en lenden gedrapeerd. Rechts staat de dienstbode van de jonge heer: hij is voornaam gekleed ook met een gedrapeerde witte doek en houdt een karaf wijn en een schenkblad met twee wijnglazen vast. Rechts onderaan zitten drie kinderen en een kat. Op de achtergrond zijn nog twee zigeunerkinderen afgebeeld: de grootste tracht de geldbeugel van de jonge heer te stelen. Op de voorgrond ligt allerlei huisraad. Het interieur houdt het midden tussen een keuken een herberg en een laboratorium van een alchimist. Dergelijke taferelen waren erg populair en zijn moraliserend bedoeld. Zigeunerinnen stonden bekend als werkschuw en diefachtig en kwamen aan de kost met bedrieglijke praktijken zoals het waarzeggen. Door de gekunstelde houdingen van de figuren zou het kunnen dat Simon de Vos hier een allegorie op de vijf zintuigen schilderde.