Op 4 maart 1887 vond een zware ramp plaats in de steenkoolmijn van La Boule. Constantin Emile Meunier zag hoe de dode mijnwerkers werden bovengehaald en dat heeft diepe indruk op hem gemaakt. Deze gebeurtenis gaf aanleiding tot het vervaardigen van enkele beelden over de tragiek van de mijnwerkers. Ook het gewone arbeidersproletariaat kreeg zijn plaats in het oeuvre van Meunier. In dit beeld gaat alle aandacht naar het uitgemergelde gelaat getekend door miserie en verdriet. Met een gebaar van onmacht drukt de vrouw haar hand tegen de borst. Het kunstwerk straalt tragiek en vertwijfeling uit net als bij Auguste Rodin. Door de uitwerking op groot formaat lijkt de volksvrouw een heel belangrijk personage.