Op het voorplan en omgeven door apostelen zegent Christus vijf broden en de twee vissen. Op het middenplan links worden de spijzen aan de menigte verdeeld. Helemaal achteraan danken ontelbaren voor het wonder terwijl achter de apostelengroep de rest in twaalf manden wordt verzameld. Het paneel vormde eertijds het middenstuk van een triptiek waarvan de zijluiken verdwenen zijn. Het schilderij werd tot in het begin van de 19de eeuw aan Maerten de Vos toegeschreven. Volgens Van Der Sanden (Oud Kunst-Toneel manuscr. Stadsarch. Antw. 1771 I p. 654) kwam tijdens een reiniging in 1769 het monogram A.F. 1598 te voorschijn. Daarvan is thans evenwel geen spoor meer terug te vinden.