De trompe-l''il is een apart en bijzonder populair genre vooral in de Noordelijke Nederlanden. Met louter plastische middelen zoals perspectief lichteffecten en stofsuggestie wil de kunstenaar een illusie van de werkelijkheid scheppen. Hij wedijvert met de realiteit en slaagt er bijna in de grens tussen die realiteit en zijn kunst op te heffen. Behalve een vermelding in 1659 als meester van de Antwerpse Sint-Lucasgilde zijn van Cornelis Gijsbrechts weinig biografische gegevens bekend. Hij schilderde enkel stillevens en trompe-l''ils. Zijn vierjarig verblijf aan het Deense hof betekende een hoogtepunt in zijn carrière als trompe l''ilschilder. De twee werken met een voorhang in spiegelbeeld zijn vermoedelijk pendanten. Hier zijn de vanitas-symbolen heel duidelijk aanwezig: de dansmeester-viool de hoorn de lege lijst de zandloper de almanak het pistool verwijzen naar de ijdelheid van aardse genoegens en naar de vergankelijkheid van het leven. Pronkstilleven in een openstaande kast wordt eveneens aan Gijsbrechts toegeschreven. Het werk behoort tot een apart genre binnen zijn illusionistische stillevens de zogenaamde trompe l''ilkasten. Het schilderij toont een geopende pronkkast waarin zilverwerk staat uitgestald.