Het werk van Cornelis de Heem zoon en leerling van de beroemde Hollandse stillevenschilder Jan Davidsz. de Heem is verwant met de Vlaamse barok. Vader en zoon leefden en werkten in Antwerpen. De toeschouwer wordt getroffen door de verbluffende realiteitsweergave van elk detail in een evenwichtige en tegelijk weelderige compositie. Maar dit 'pronkstilleven' heeft ook een religieuze en moraliserende betekenis. De korenaren een druiventros en een roemer wijn zijn symbolen van het offer van Christus en van de eucharistie. De sinaasappel vervangt hier de gewone appel als symbool van de erfzonde. Veel bloemen zijn zogenaamde mariabloemen. Vaak staan op bloemstukken kleine dieren en insecten afgebeeld. De slak is het symbool van standvastigheid maar ook van luiheid en zonde terwijl de spin verwijst naar het kwaad en ijdele hoop.