Op 12 augustus 1850 in Den Haag werd de kunstverzameling koning Willem II der Nederlanden (1792-1849) geveild. Zo geraakten talloze meesterwerken over de hele wereld verspreid. Het Antwerpse museum was op zoek naar een mooi portret van Rembrandt om de collectie te vervolledigen. De veiling van koning Willem II was een buitenkans: er werden maar liefst acht schilderijen toegeschreven aan de Hollandse grootmeester aangeboden en het museum kocht Portrait d'une jeune Fille. Al gauw werd vermoed dat het om een portret van Rembrandts vrouw Saskia van Uylenburgh ging en ontdekte men een eigenhandige versie van dit portret in het museum van Kassel. De brutale virtuoze penseelsporen brachten gaven aanleiding om in de museumcatalogus van 1862 het schilderij toe te schrijven aan Willem Drost of aan Rembrandts jong gestorven medewerker Carel Fabritius (1622-1654). De toeschrijving aan deze laatste vindt vandaag weer weerklank. Wellicht werd Fabritius omstreeks 1641 in het atelier van Rembrandt opgenomen. Een jaar later stierf Rembrandts vrouw Saskia aan tuberculose. Nader onderzoek kan zekerheid brengen maar de ontstuimig gepenseelde achtergrondpartij ligt helemaal in de lijn van de achtergronden in enkele andere schilderijen van Fabritius.