Een bejaard man met een grijze baard gekleed in een zwarte bontmantel en baret zit voor een tafel. De achtergrond is effen grijs met een fragment van een sober versierde zuilenvoet. Het rode tafeltapijt vormt de enige kleurrijke toets in het geheel. Key tracht zijn personage fotografisch nauwkeurig weer te geven de psychologische uitbeelding is minder belangrijk. De Gemäldegalerie in Berlijn bewaart een Damesportret dat de pendant van dit werk is. Het is een kniestuk naar links gewend met een soortgelijke achtergrond. Het schilderij vermeldt de datum 1543. Max Friedländer meent dat deze is aangebracht om het werk aan Hans Holbein te kunnen toeschrijven die in 1556 (datum op de tekening) immers reeds overleden was. Hij schreef als eerste beide portretten toe aan Willem Key.