De man is ten halven lijve afgebeeld en kijkt de toeschouwer frontaal aan. Zijn armen rusten op een tafelrand. Zijn gezichtsuitdrukking lijkt ernstig maar ook vriendelijk. Het is niet bekend wie dit portret geschilderd heeft of wie er voorgesteld wordt. De enige aanwijzing vormen de handschoenen die de man in de hand heeft. Begin zestiende eeuw zijn deze nog niet helemaal ingeburgerd hoewel ze op portretten vaak voorkomen. Ze worden gedragen wanneer men in contact komt met belangrijke mensen. Bij een ontmoeting moet men ze uit beleefdheid uittrekken. De man toont aldus respect en wil zelf ook gerespecteerd worden. De man is gekleed in een sober pak van zwart laken. Hij draagt een nauwsluitend wambuis en een hoog gesloten kraag. Eronder is een wit hemd met een gefronst hemdboordje zichtbaar. Op het hoofd draagt hij een baret. Waarschijnlijk behoort hij tot de welgestelde burgerij kwaliteit en degelijkheid zijn erg belangrijk voor hem.