Edgard Tytgat (1879-1957) schildert voor de Eerste Wereldoorlog vooral portretten interieurs en kermismolens in een impressionistisch-fauvistische stijl. Tijdens de oorlog wijkt hij uit naar Engeland waar hij zich toelegt op grafisch werk. Met gekleurde hout- of linosneden illustreert hij het sprookje van Roodkapje en andere verhalen. In 1920 keert hij naar België terug en wordt omstreeks 1924 opgenomen in de kring van Vlaamse expressionisten rondom Sélection. Hij behoudt een voorkeur voor verhalende vaak humoristische taferelen. De poëzie en zachte melancholie van het eenvoudige alledaagse leven geeft hij treffend weer in een vaak primitieve en volkse schilderwijze.