Na de dood van Eurydice daalde Orpheus af in de onderwereld om zijn geliefde bosnimf terug te halen. Bekoord door Orpheus' muziek stond Pluto hem toe Eurydice mee te nemen naar de bewoonde wereld op voorwaarde dat hij tijdens de beklimming niet achterom zou kijken. Uiteindelijk keek Orpheus toch achter zich naar Euridyce waarop ze voor altijd verdween in het schimmenrijk. (Ovidius Metamorphosen 10:11-63) De prent toont hoe Orpheus (met laurierkrans en lier) Eurydice wegleidt uit de onderwereld en de tronende Pluto en Proserpina achter zich laat. Cerberus de driekoppige waakhond van de onderwereld staat op de voorgrond. De lithografie van Florentin Decraene is gemaakt naar Rubens' schilderij in Madrid (Prado inv. 1667; 1636-1638). De olieverfschets van Rubens voor dit werk bevond zich eertijds in Zurich (Kunsthaus Ruzicka-Stiftung; 1636). Het schilderij maakte deel uit van de reeks werken in opdracht van Filips IV voor de Torre de la Parada.