In 1653 schreef de Jonge Voetboog een wedstrijd uit tussen Thomas Willeboirts en Cornelis Schut om een altaarstuk te schilderen voor hun altaar in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen. De Voetboog verkoos het werk van Schut. Het schilderij werd door Rumoldus Eynhoudts gegraveerd.