Dit monumentale drieluik dat oorspronkelijk bestemd was voor het hoofdaltaar van de kerk maar sinds 1653 in de kooromgang hangt is vanwege de hoge kwaliteit en grote artistieke waarde een absoluut meesterwerk. Het is niet gesigneerd of gedateerd maar wordt op stilistische gronden toegeschreven aan de Meester van Frankfurt of een kunstenaar uit zijn directe omgeving die de Meester van Watervliet wordt genoemd naar dit schilderij. De Meester van Frankfurt had een bloeiend Antwerps atelier. Zijn zogeheten noodnaam kreeg hij omdat hij voor Frankfurtse opdrachtgevers twee belangrijke werken maakte. De man helemaal rechts is wellicht een zelfportret. Het vertoont overeenkomsten met portretten in andere werken die aan de Meester van Frankfurt wordt toegeschreven wat deze toeschrijving lijkt te bevestigen.