Toen Emiel van Ghyseghem op 12 juni 1855 de twee schilderijen aan het Antwerpse museum verkocht werden ze in het koopcontract omschreven als 'deus paysages... répresentant l'un le Matin l'autre l'Après-Midi'. Uit de door Duverger in 1974 gepubliceerde documenten blijkt dat in de inventaris van de verzameling baron Baut de Rasmon die C.A. Vervier in 1829 opstelde slechts sprake is van 'David Teniers Twee landschappen'. De opvatting dat het hier zou gaan om de voorstellingen van twee tijdstippen van de dag gaat dus terug tot in het midden van de negentiende eeuw. Tot op heden is men aan deze visie blijven vasthouden: de Drie boeren in gesprek worden beschouwd als een allegorie van de Morgen de Visvangst in de slotvijver als een voorstelling van de Namiddag. Bij nader inzien krijgt men echter de indruk dat indien deze veronderstelling in zoverre klopt dat het inderdaad om voorstellingen van de Morgen en de Namiddag gaat - het precies andersom is met andere woorden dat de Visvangst eerder de Morgen verzinnebeeldt en Drie boeren in gesprek de Namiddag. Zowel de iconografie als het kleurgebruik dat bepaald wordt door de lichtinval van de bijbehorende periode van de dag schragen deze interpretatie. Het koele overwegend blauw en grijze coloriet van de Visvangst stemt eerder overeen met het ochtendlicht terwijl het door de ondergaande zon rood-geel gekleurde landschap met de drie boeren het typische licht van de vooravond oproept. Wat de beeldtraditie betreft kan trouwens ter vergelijking worden gewezen op een serie geschilderd door Maerten de Vos en gegraveerd door A. Collaert waarop in de geest van de late zestiende eeuw de verschillende tijdstippen van de dag geïllustreerd worden aan de hand van personificaties van godheden in de combinatie met een reeks landelijke scènes. Het vissen wordt ook hier met de Morgen en het huiswaarts keren met de Namiddag geassocieerd. Treffend is het grote houten kruis dat in de nabijheid van de drie boeren staat en door een van hen wordt aangewezen. De Namiddag van Maerten de Vos bevat eveneens een uitdrukkelijke christelijke verwijzing in de vorm van de grote kerk met gelovigen. Ook deze overeenkomst pleit voor de hier voorgestelde interpretatie. Dergelijke landschappen op klein formaat die door hun spontane natuurconceptie en delicate coloriet een bijzondere charme bezitten waren om hun eenvoudige pretentieloze omderwerpen in de achttiende eeuw erg in trek. Vaak werden de gravures naar deze schilderijen voorzien van panegyrische verzen waarin hun idyllische karakter wordt geprezen. Een voorstelling die wat motief coloriet en natuurstemming betreft dicht bij Drie boeren in gesprek staat - het origineel bevindt zich in de Hermitage - werd in 1739 door Jacques Philippe Le Bas gegraveerd met de titel La solitude (afbeelding 55a). In de bijhorende verzen van Moraine leest men hoe ontroerend hij de eenzaamheid van dergelijke oorden vond en hoe graag hij het gefilosofeer van de boeren had willen afluisteren: De la tranquillité séjour delicieux Lieu Champestre est désert vous enchantez mes yeux Et de vivre chez vous tout m'inspir l'envie Mais mon plus grand plaisir ce seroit d'ecouter Ces trois graves docteurs qui me semblent traiter Des plus sublimes points de la Philosophie.