Twee meisjes staan op het duin en kijken naar de zee. Ze staan in een hoek en het lijkt of er maar een meisje is dat tegen een spiegel leunt. Ze lijken op elkaar hebben eenzelfde blauwe rok aan met een witte schort en hun haren wapperen in de wind. Het gras op het duin is diepgroen met lichtgroene krijtstrepen een aantal vlugge uithalen in dezelfde richting in een bepaald ritme die laten zien dat het waait. In de verte is er de branding de zee met af en toe een golf en de horizon zit heel hoog in het beeldvlak. Het lijkt avond het licht is onwerkelijk maar het is allemaal niet melancholisch of zwaar want er is nog het kleine hondje dat verder wil wandelen.