De zijluiken worden bewaard in de Antwerpse Carolus Borromaeuskerk. De triptiek werd aanvankelijk toegeschreven aan Ambrosius Francken later aan Frans Francken de Oude en aan Hiëronymus Francken I. Heden ten dage wordt het opnieuw toegeschreven aan Ambrosius Francken. Crispinus en Crispianus maakten schoenen voor de armen en verkondigden daarbij het geloof. Ze werden door de prefect Rictovarius aangehouden en gefolterd. Op de voorgrond worden repen huid van hun rug getrokken en elzen onder hun nagels gestoken die echter terugvlogen naar hun beulen. Op de achtergrond worden de martelaren met een molensteen in het water gegooid maar de molensteen bleef drijven. Aan de andere oever worden ze tegengehouden en in kokende olie gedompeld en nadien in kokend lood. Rictovarius verliest door een straal kokend lood zijn oog.