Vanaf de jaren 1920 overheerst in het werk van Jean Brusselmans een strenge en klassieke opbouw van kleurvlakken binnen donkere contouren. Steeds meer herleidde hij het geziene tot grote en duidelijke basisvormen. De soms kinderlijk aandoende schematisering zoals hier in Mansarde II beklemtoont de strakke ordening van de werkelijkheid. Het werk behoort tot een reeks schilderijen van vrouwen in een interieur waarvoor Brusselmans' vrouw Marie-Léonie Frisch model stond. Het echtpaar kende grote armoede en de kunstenaar ging vaak gebukt onder de dagelijkse ellende. Met schilderijen als dit gaf hij echter niet alleen uiting aan zijn bitterheid over de sociale onrechtvaardigheid maar ook aan zijn bewondering voor de toewijding van zijn vrouw.