Aan weerszijden van Christus staan Maria met het Jezuskind en de heilige Catharina voorzien van haar martelwerktuigen rad en zwaard waarmee de (heidense) keizer Maxentius haar liet folteren en doden. Door tussenkomst van engelen sprong het rad stuk; dan liet de keizer de heilige met het zwaard onthoofden. Op de verticale as van dit paneeltje eertijds wellicht het middenstuk van een triptiek bestemd voor private devotie is Christus uitgebeeld als de Man van Smarten de doornenkroon op het hoofd zijn handen opstekend om de wonden te tonen. Het tonen der wonden (ostentatio vulnerum) dient de beschouwer eraan te herinneren dat hijzelf en het ganse mensdom door het bloedig offer van Christus verlost is. De toeschrijving van het onderhavige paneel aan de Meester van de heilige Veronica werd nooit bestreden maar de dateringen lopen uiteen van ca. 1400 tot ca. 1420.