Dit triptiek toont Petrus Wijts de kanunnik en cantor van de Sint Maartenskerk te Ieper. Hij is neergeknield voor Maria die haar Kind op de arm houdt. Op de luiken zijn links het Brandende Braambos met daaronder Gideon en rechts De gesloten poort van Ezechiël en Aäron afgebeeld. De gesloten luiken tonen het visioen van keizer Augustus van Maria en Jezus te midden van musicerende engelen. Deze voorstellingen zinspelen allemaal op de maagdelijkheid van Maria en zij is dan ook de hoofdpersoon van dit drieluik. Zij wordt benaderd om voorspraak voor Petrus Wijts te doen. De triptiek is een kopie naar het drieluik dat Jan van Eyck vlak voor zijn dood voor proost Nicolaas van Maelbeke van de Sint-Maartenskerk schilderde. Helaas is dit werk verloren gegaan. Het origineel had een grote faam en werd veelvuldig gekopieerd. Dit is één van de belangrijkste kopieën en daarom van grote kunsthistorische waarde. De Triptiek van Petrus Wijts heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk uit het portret van de schenker. Door talrijke overschilderingen die in opdracht van de verschillende eigenaren zijn aangebracht is het oorspronkelijke portret moeilijk leesbaar. De laatste overschildering werd in de jaren zeventig van de 20ste eeuw verwijderd waardoor het huidige gelaat zichtbaar werd.