Frans Jozef Peter van den Branden schrijft dat het werk van Wildens aanvankelijk aanleunde bij dat van Jan Brueghel dan bij dat van Joos de Momper. Later richtte hij zich op Vlaamse landschappen en stadsgezichten van Antwerpen. Tenslotte kwam hij met Rubens in aanraking en brengt hij meer diepte en ruimte in zijn schilderijen. Dat is duidelijk merkbaar bij dit werk. Het dynamisme van Rubens wordt hier echter vervangen door rust en sereniteit.