Gefantaseerd panoramisch landschap waarin topografische motieven uit verschillende streken zijn samengebracht. De begroeide rotspartij tegen de rechterzijkant en de figuurtjes in de rechterbenedenhoek werken als repoussoir en ondersteunen de indruk van ruimtelijkheid. Tot in 1921 werd het werkje toegeschreven aan Pieter Gijsels nadien aan Jan I Brueghel. Stijlkritisch laat het zich evenwel niet zonder bezwaren in het oeuvre van deze meester integreren.