Het gestoelte is opgericht op een geparketteerde trede van eik en mahonie. Het bestaat aan weerszijden uit twee horizontaal betoonde rijen zitplaatsen die ten westen de curve van de koorafsluiting volgen. De achterste rijen bevinden zich drie treden hoger dan de voorste. Deze rijen zijn op elk uiteinde toegankelijk door trappen tussen zware volutentermen en door twee deurtjes met een trapje die in het midden van de voorste rij ingeschakeld zijn op een manier dat zij niet opvallen.