Twee soldaten zijn voor grof geld aan het kaarten. De oude man rechts volgt met spanning de ontwikkeling van het spel. Rechts wordt een derde soldaat aangesproken door een oude vrouw. Op tafel liggen links wat speelkaarten en muntstukken en rechts een schaal met vruchten een stuk brood een karaf en een wijnglas. Gokspelen stonden al eeuwenlang in een slecht daglicht bij de kerkelijke instanties en burgerlijke zedeprekers. Het leidt immers tot enerzijds het verzaken aan studie kerkgang en arbeid en anderzijds vloeken vechtpartijen bedrog diefstal en verlies van geld en goederen. De oudere vrouw rechts wil hiervoor waarschuwen. Het schilderij draagt een duidelijke een caravaggeske stempel. Dat blijkt uit de keuze van het onderwerp (een genretafereel met gewone mensen als figuranten). De figuren dragen kleurige gewaden (waarschijnlijk gebaseerd op de kostuums van toenmalige theatervoorstellingen) en ze worden slechts gedeeltelijk afgebeeld. Ook typisch is de soldaat op de voorgrond die met zijn rug naar de toeschouwer gekeerd is en zo de blik van de toeschouwer naar het hoofdgebeuren leidt.