Achter het altaar verijst een stevig gebouwd barok altaarstuk gedragen door vier gecanneleerde Korintische zuilen. Het koperen tabernakel werd in 1866 vervaardigd door L. Van Ryswyck en maakt de zwart marmeren nis die er achter zichtbaar blijft overbodig. De kerk is gebouwd ingericht en gestoffeerd in een tijdspanne van slechts zes jaar: begonnen in 1615 en reeds gewijd in 1621. De kerk is zeer modern voor haar tijd. Ontwerpen tonen zelfs een meer moderne centraalbouw in het genre van de basiliek van Scherpenheuvel. Uiteindelijk wordt gekozen voor langbouw zodat men zich gemakkelijk tot een talrijk publiek kan richten. De driebeukige kerk met een lengte van 60 meter is ingedeeld in 9 traveeën. Beide zijbeuken zijn in hoogte en breedte net de helft van de middenbeuk. Omdat een dergelijk grondplan en opbouw eigen waren aan de vroeg-christelijke kerken of basilieken spreekt men hier qua bouwtype van een basilikale kerk. Als bekroning van het altaarstuk dient het beeld van de Lieve Vrouw door Van Mildert
Vlaamse kunst- en erfgoedcollecties, tot in het kleinste detail