Het Lam Gods Het centrale thema behelst de verlossing van de mensheid door het kruisoffer van Christus. Dit onderwerp is eerder visionair dan louter verhalend weergegeven. Het werk is geschilderd op panelen uit eikenhout; de verf bestaat uit minerale kleurstoffen met olie als bindmiddel. Middeleeuwse retabels bestaan vaak uit verschillende panelen. De meest bekende vorm is de triptiek of het drieluik. Drieluiken beelden veelal het bedoelde religieuze thema uit het middenluik en op de zijluiken de schenkers van het retabel al dan niet in het hoofdtafereel geïntegreerd. Wanneer het de bedoeling was dat de triptiek ook gesloten kon worden schilderde men op de achterzijde van de zijluiken aanverwante religieuze taferelen. De luiken zelf konden naargelang van hun afmetingen in verschillende panelen ingedeeld worden. Het Lam Gods is opgebouwd met de hoofdstructuur van een drieluik bestaande uit 24 panelen. Op het retabel zien we vier afbeeldingen die door de omstandigheden en de locatie gedicteerd werden: de schenkers van het retabel Judocus Vyd en zijn vrouw Lysbette Borluut; naast hen de twee Bijbelse heiligen die de naam Johannes dragen: de Doper als patroon van de kerk de Evangelist als schrijver van het boek Apocalyps waaraan het hoofdtafereel ontleend werd. De religieuze thematiek is verdeeld over de overige twintig panelen. Op het eerste gezicht zijn de voorstellingen nogal disparaat van aard. Adam en Eva hemelse figuren een menigte rond het Lam een aankondiging van Jezus geboorte profeten en sibillen. Ook het formaat van de figuren meer bepaald op de binnenluiken verschilt sterk en brengt een soort iconografische splitsing aan tussen het boven en benedenregister. Er is daarom veel te doen geweest over de vraag naar de oorspronkelijke eenheid van thematiek op het retabel. Eigenlijk is de totaalcompositie uniek in die zin dat men het in deze combinatie op geen enkel ander kunstwerk terugvindt. Bovendien moeten er in de loop van het werk een aantal wijzigingen in het iconografische programma plaatsgevonden hebben zoals röntgenonderzoek heeft uitgewezen. Korte geschiedenis van het Retabel Historiek: 1432: het schilderij is klaar 1566: tijdens een protestantse revolte wordt het werk in de toren verborgen 1574: het stadsbestuur wil het schilderij aan koningin Elisabeth van Engeland schenken 1794: Franse soldaten nemen de centrale delen mee naar Parijs 1815: bij de val van Napoleon komen deze panelen terug naar de kathedraal 1816: de vleugels behalve Adam en Eva worden verkocht om uiteindelijk eigendom te worden van de koning van Pruisen 1822: de overblijvende panelen ontsnappen aan een grote brand 1861: verkoop van de panelen Adam en Eva aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België 1914: het schilderij wordt verstopt 1920: alle panelen worden weer verenigd 1934: de panelen van De Rechtvaardige Rechters en van St. Jan de Doper worden gestolen 1940: bij de Duitse inval wordt het schilderij naar Pau (Frankrijk) gebracht van waaruit Duitse troepen het meenemen 1946: het veelluik keert terug naar Gent 1986: het schilderij wordt geplaatst in de Villakapel zijn huidige locatie. In tegenstelling tot wat zijn gave staat van bewaring laat vermoeden heeft het Lam Godsretabel een zeer bewogen geschiedenis gekend. Reeds in 1566 en 1578 tijdens de godsdienstconflicten tussen katholieken en protestanten moest het tweemaal in veiligheid gebracht worden voor de dreiging van de beeldenstormers. Voor 17 onderging het tevens een paar reinigingsbeurten waarbij kleine restauraties werden uitgevoerd. De echte avonturen begonnen pas met de Franse Revolutie. Tijdens de Franse bezetting van ons land werden in 1794 de vier centrale panelen overgebracht naar Parijs waar ze bleven tot na Napoleons nederlaag bij Waterloo (1815). Toen kwamen ze terug maar in 1816 verkocht de Gentse grootvicaris Le Surre de zijluiken zonder Adam en Eva aan de Brusselse antiquair L.J. Nieuwenhuys voor 6000 francs. Die verkochte de panelen in 1817 door aan de in Aken verblijvende Engelse verzamelaar E. Solly voor 100.000 francs. In 1821 werd de hele collectie van Solly voor 500.000 thalers verkocht aan koning FrederikWillem III van Pruisen en de panelen bleven tot 1918 in het museum te Berlijn. Daar werden ze in de dikte doorgezaagd en geparketteerd voor een tentoonstelling in 1894. De brand van 1822 in de Vydkapel werd de achtergebleven centrale panelen bijna fataal. Hete as viel op het retabel. Toen men in allerijl de panelen wou verwijderen brak het grote paneel met de aanbidding van het Lam horizontaal doormidden. De breuklijn is nog altijd te zien tussen de struiken boven het lam. Bij de restauratie heeft men toen een stuk van het gazon achteraan moeten overschilderen. Ook het lam werd overschilderd. Daarvan kan men nog steeds de sporen waarnemen: alleen nog de poten zijn van het oorspronkelijke lam van Van Eyck. In 1861 kocht de Belgische Staat de panelen met Adam en Eva die naar Brussel verhuisden. Ter compensatie werden zes kopieën van Michiel Coxcie gegeven en schilderde Victor Lagye een aangeklede versie van onze stamouders. Het oorspronkelijke geheel was nu wel erg verminkt. Pas in 1918 werd het totaal uiteengetrokken retabel hereningd. Bij het verdrag van versailles gaven de Duitsers de panelen uit Berlijn terug in ruil daarvoor werd de som van 75.000.000 francs afgetrokken van de verschuldigde oorlogsschade en de Staat retourneerde Adam en Eva. Voor het eerst sinds 1816 was het retable weer compleet. Lang zou dat echter niet duren. In de nacht van 10 op 11 april 1934 werd het paneel gestolen met aan de ene zijde de Rechtvaardige Rechters en aan de andere Johannes de Doper. De dief die naar het Bisdom afpersingsbrieven verstuurde met de initialen d.u.a. bezorgde de grisaille van de Doper terug via de bagageruimte van het Brusselse Noordstation maar hield de Rechtvaardige Rechters achter in de hoop er losgeld voor de krijgen. Nog in hetzelfde jaar 1934 stierf hij onverwacht. De vermoedelijke dader Arsène Goedertier bekende op zijn sterfbed te weten waar het paneel zich bevond. Maar ondanks alle mogelijke en onmogelijke opzoekingen is de ontvreemde schat na al die jaren nog steeds niet terecht. De lijdensweg van het retabel was in 1934 niet ten einde. Op 16 mei 1940 werden de panelen naar het slot van de Franse koning Hendruk IV in Pau verscheept om ze uit Duitse handen te houden. De Duitsers zetten echter de Vichyregering in Frankrijk onder druk en lieten het retabel naar Duitsland overbrengen. In 1944 werd het samen met 7000 andere kunstwerken ondergebracht in een zoutmijn in AltAussee Oostenrijk. Toen Duitsland na het Ardennenoffensief alle hoop op een overwinning moest laten varen wilde een verantwoordelijke de hele kunstcollectie van AltAussee opblazen om ze niet in de handen van het wereldjodendom te laten vallen. Gelukkig wisten anderen het waanzinnige plan te verijdelen en lichtten zij de geallieerden in . Op 8 mei 1945 werd het Lam Gods op het nippertje van de vernietiging gered. Na een tijdje in Brussel tentoongesteld en grondig onderzocht te zijn geweest keerde het retabel terug naar Gent. Tot 1986 hing het weer op zijn oorspronkelijke plaats in de Vydkapel. In 1986 werd het om veiligheidsredenen overgebracht naar de glazen kooi in de voormalige doopkapel (de zogenaamde Villakapel) van de kathedraal. Restauratie Lam Gods (september 20122020). In september 2012 is de restauratiecampagne van 8 jaar van het Lam Gods gestart. Deze werken gebeuren in samenwerking en met financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid en financiële ondersteuning van de stichting Baillet Latour. De restauratie van het werk gebeurt door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. De stuurgroep bestaande uit de verschillende betrokken partijen volgt de restauratie van nabij op. De restauratie is noodzakelijk om verdere verharding van oude vernislagen te voorkomen. Tegelijk worden de panelen onderworpen aan een grondige consolidatie. Oude retouches en overschilderingen worden behandeld en waar nodig nieuwe retouches uitgevoegd. Tevens wordt een nieuwe vernislaag aangebracht. De behandeling van de panelen gebeurt gefaseerd in het Museum van Schone Kunsten in Gent. Tijdens de hele restauratiecampagne blijft het Lam Gods met uitzondering van de panelen die in restauratie zijn opgesteld in de Sint-Baafskathedraal en voor het publiek toegankelijk. Op dit moment zijn enkel de onderste middenpanelen in restauratie.