De bisschop predikt in de middenbeuk van de voormalige Sint-Waburgakerk zoals die er wellicht uitzag in 1588. Tussen de gezichten der toehoorders bevinden zich klaarblijkelijk enkele portretten. In het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht bevindt zich het modello voor dit middenstuk. In de oudste literatuur (Papebrochius Annales Antwerpiensis 1695) stond de triptiek reeds op naam van Ambrosius Francken. Later werd het evenwel aan Hiëronymus toegeschreven. Van deze toeschrijving doet de recentste literatuur opnieuw afstand om de toewijzing aan Ambrosius terug op te nemen.