De figuur van Fortuna is een verpersoonlijking van geluk en overvloed. Ze genoot veel aandacht in Rome waar ze als een vrouwelijke godheid werd gevierd. Fortuna's oudste attributen namelijk de hoorn des overvloeds (de weelde) het scheepsroer (haar controle over het lot) de blinddoek en het rad (het toevallig karakter van haar daden) zijn afwezig. De kristallen bol verwijst in deze voorstelling naar het wisselvallig en broos karakter van Fortuna en de snelheid waarmee ze kan veranderen. Zowel de Christelijke als de humanistische moraal vestigen de aandacht op het belang van de deugd (Virtus) tegenover de wispelturigheid van Fortuna. Het roer is in handen van de mens en Fortuna heeft enkel nog een bol zeil om de gunstige winden op het stormachtig water des levens op te vangen. Het is dit eerder romantisch beeld van Fortuna dat Rubens ons voorschotelt. De compositie gaat terug op de 'Emblemata' van Andrea Alciato (Lyon 1600). De lithografie van Pierre Jacques Feillet is gemaakt naar het schilderij van Rubens in Madrid (Prado inv. 1674; 1637-1638). Rubens' olieverfschets voor dit werk bevindt zich in Berlijn-Dahlem (Staatliche Museen Gamäldegalerie; 1636). Het schilderij maakte deel uit van de reeks werken in opdracht van Filips IV voor de Torre de la Parada.