Het boek 'Het leven, mirakelen ende wonderlycke vindinghe van het Heyligh ende ongeschonden Lichaem van den S. Idesbaldus derden abt van de vermaerde abdye van Duynen' is geschreven door Nivardus Van Hove, prior van de abdij Ten Duinen. Deze eerste biografie over Idesbald werd in 1687 uitgegeven. De frontispice met de voorstelling van Idesbald is vervaardigd door Martin Bouché, een Vlaamse tekenaar en graveur, die leefde van circa 1640 tot circa 1693. De titel is weergegeven in een wimpel, gedragen door twee engeltjes en luidt: 'Mare & venti obediunt ei. Dęmonia ejicient'. Idesbald, patroonheilige van de zeelieden, wordt daarnaast ook aangeroepen tegen koorts, jicht, reuma en bevallingsproblemen. Op de prent wordt de abt afgebeeld met op de achtergrond schepen op een stormachtige zee die overgaat in een kalme. Rond hem staan er zes mensen die hun toevlucht tot Idesbald nemen, waaronder een kreupele en een persoon die bezeten is door demonen.