De tekening die aan deze ets ten grondslag ligt dateert uit 1888 (Chicago, Art Institute). Hetzelfde motief komt ook voor op een litho uit 1895 en op de zeldzame affiche in litho- en sjabloondruk van Ensors tentoonstelling in de lokalen van de Salon des Cent in Parijs in 1898. De ets verbeeldt de kritiek en de spot die de kunstenaar steeds opnieuw moest ondergaan. Als de gedrochten die hem omringen geïnspireerd zijn door de gelaatstrekken van tegenstanders, dan zullen zij alleen voor de kunstenaar en zijn intimi herkenbaar zijn geweest. Ook zijn haat-liefdeverhouding met het andere geslacht blijkt uit deze prent: sommige figuren zijn afzichtelijke, karikaturale vrouwen.