Pas op 39-jarige leeftijd - in 1874 - ruilt Albijn 'Binus' Van den Abeele zijn voorkeur voor het schrijven in voor het schilderen. Als autodidact zonder academische opleiding noch voorbereiding schildert hij landschappen met opvallende naïviteit oprechtheid nauwkeurigheid en met een merkwaardige zin voor kleur. Door zijn praktische hulp aan jonge artiesten die zich in Latem vestigen mag hij terecht beschouwd worden als patriarch van de eerste groep Latemse kunstenaars.