Dit werk is een diptiek van geringe afmetingen. Het heeft een intiem karakter en het was de bedoeling dit ergens te hangen waar geen bezoek kwam. Op het rechterluik is de opdrachtgever Christiaan de Hondt afgebeeld. Hij was van 1495 tot 1509 abt van de cisterciënzerabdij Ter Duinen. Hij zit geknield in zijn slaapkamer. In de achtergrond kan men een diptiekje onderscheiden zoals dit alleen wordt op het linkerpaneel een kruisafneming voorgesteld. Het linkerluik is een kopie naar Jan van Eyck en het toont Maria rechtopstaand in een kerkgebouw. Ze vult de gehele kerk met haar aanwezigheid. Christus is erg klein afgebeeld en ziet er kwetsbaar uit. Maria is erg rijkelijk gekleed haar kroon is heel imposant. Verder zijn er nog talrijke symbolen aanwezig. Het ribgewelf is een herhaling van de drapering van Maria's kleed en de bolronde plooien herinneren aan de zuilen. De vaas met bloemen benadrukt haar maagdelijkheid. De deur symboliseert de hemelpoort en verwijst zo naar Maria als tussenpersoon: via haar kon God mens worden en omgekeerd kan de mens op haar voorspraak het rijk Gods betreden. Het invallende licht geeft aan dat dit een hemelse voorstelling is: daar het koor van een kerk steeds op het oosten gericht is zou de zon hier in het noorden moeten staan.