Nel, de vrouw van Rik Wouters, kijkt op van het strijkwerk. Haar handen zijn gestrekt, het hoofd opgericht. Het schilderij straalt zon, warmte en licht uit. De scène speelt zich af in het huis van de kunstenaar. Alles vibreert in het licht, maar toch zijn tal van voorwerpen herkenbaar. Zo is er de mand met het strijkgoed, de koperen lamp, de vaas met bloemen en de glazen stop op de schouw. Zij vangen het licht en weerkaatsen het. Wouters lijkt niet echt bekommerd om de lokale kleur, maar hij verwaarloost de vormstructuur niet.