Albert Baertsoen (1866-1922) krijgt een eerste opleiding bij Jean Delvin en Gustave den Duyts. In het midden van de jaren '80 werkt hij in het Land van Waas en in de omgeving van Dendermonde. Reeds vroeg in zijn carrière kent Baertsoen een groot succes op binnen- en buitenlandse salons. Op aanraden van zijn vriend Fernand Scribe reist hij in 1889 naar Parijs waar hij het atelier van Alfred Roll frequenteert en bevriend raakt met o.a. Charles Cottet. Baertsoen heeft echter een sterke band met zijn geboortestad en reeds in 1890 keert hij terug naar Gent. Net als Scribe is ook hij van nabij betrokken bij de Section des Arts van de plaatselijke Cercle Artistique et Littéraire. In zijn oeuvre overheersen weemoedige gedempte stadsgezichten van Gent vaak gebaseerd op monumentale tekeningen. Steeds primeert een berekende tonaliteit waarin voor coloristisch contrast en anekdotisch sentiment geen plaats is. Ook het grafische oeuvre van Baertsoen beà¯nvloedt een volgende generatie Gentse kunstenaars onder meer Jules de Bruycker.