Dit werk stond op het Sint-Franciscusaltaar in de kerk der minderbroeders-recoletten te Antwerpen. Het werd uitgevoerd in 1619 voor de koopman Jaspar Charles wiens familie aan de voet van dit altaar haar begraafplaats had. Rubens verhaalt hoe Franciscus toen hij zijn einde voelde naderen voor de ogen van zijn medebroeders zijn ogen ten hemel richtte met de linkerhand de wonde in zijn zijde bedekte en sprak: Ik deed mijn plicht moge Christus u leren uw plicht te doen. Met veel zin voor drama plaatst Rubens de gestigmatiseerde Franciscus knielend op de voorgrond terwijl de hostie hem wordt toegereikt door een priester gehuld in een geborduurde goudrode kazuifel vergezeld door enkele emotioneel bewogen minderbroeders. Het gebeuren is weergegeven voor een altaar met een rood baldakijn. Een van de drie naakte engeltjes die door het open raam naar binnen zweven houdt een lauwerkroon in de rechterhand. Tijdens de contrareformatie kenden voorstellingen met de dood van H. Franciscus vrij veel succes omdat zij gesteund waren op de ideeën van de heilige zelf die wou sterven naakt zoals de gekruisigde Christus.