Hoewel uit documenten bekend is dat Albert Cornelis één van de productiefste Brugse kunstenaars aan het begin van de zestiende eeuw was is dit het enige werk dat van hem bewaard bleef. Het schilderij is zowel iconografisch als historisch van groot belang. Het thema van de kroning van Maria wordt in dit schilderij namelijk bij grote uitzondering gecombineerd met een voorstelling van de negen engelenkoren. Uit documenten blijkt dat de schilder een tekst kreeg van het Sint-Franciscusgilde waarin beschreven stond hoe het schilderij eruit moest zien. Deze tekst is helaas verloren gegaan. Daarnaast biedt het schilderij een interessant kijkje in de werkplaatspraktijken in de vroege zestiende eeuw. Twee documenten maken namelijk duidelijk dat de kunstenaar - tot onvrede van de opdrachtgever - delen van het werk uitbesteedde. Dat dit geen ongebruikelijk praktijk is blijkt uit het vonnis van het stadsbestuur die Albert Cornelis in het gelijk stelden. Dezelfde documenten maken daarnaast duidelijk dat Cornelis wel verplicht werd om de compositie op last van de opdrachtgever aan te passen omdat hij zich niet volledig aan de tekst had gehouden. Deze gegevens uit documenten over werkverdeling en aanpassingen worden bevestigd door het onderzoek met infraroodreflectografie.