In De idioot bij de vijver stelde Frits Van den Berghe een dorpsgek voor - naar verluidt een bestaande figuur - , omgeven door elementen uit zijn leefmilieu: de woonwagen, de vijver, de stal en de eenden. De compositie is statisch opgebouwd met naast elkaar geplaatste, heldere kleurvlakken. Het schilderij is een van Van den Berghes meest voldragen expressionistische werken uit het midden van de jaren 1920. De kunstenaar schiep hier geen karikatuur van een dorpsgek. Uit het portret van de idioot met zijn plompe lijf en lege blik spreekt veeleer Van den Berghes eigen zwaarmoedigheid en zijn mededogen met de onbeholpenheid en zwakzinnigheid van de man.