De ets is het spiegelbeeld van een schilderij uit 1891 (TR332). In deze satirische prent bekritiseert Ensor een van de pijlers van de openbare macht: het gerecht. Hij richt zijn pijlen op het onbegrip en de harteloosheid, de legendarische traagheid en zelfingenomenheid van het gerecht en laakt de geringe graad van rechtszekerheid voor de beklaagden. Tricot brengt de voorstelling in verband met de zaak Coucke en Goethals, die in 1860 ter dood werden veroordeeld op beschuldiging van moord. Na hun terechtstelling werden de ware schuldigen gevonden. Het proces voor een Franstalige rechtbank van deze twee Frans-onkundige Vlamingen kreeg destijds een symboolfunctie voor de Vlaamse beweging.
Vlaamse kunst- en erfgoedcollecties, tot in het kleinste detail