De figuur van de geknielde in zichzelf gekeerde jongeling boeide George Minne vanaf omstreeks 1889. Dit beeld van 1898 vormt het eindpunt van zijn zoeken naar een sobere en strakke vormgeving. In datzelfde jaar groepeerde hij vijf identieke geknielde jongelingen rond een bekken de beroemde Fontein der geknielden ' ook Narcissus-fontein genoemd ' waarvan het museum het originele gipsontwerp bezit (zaal O). In de afzonderlijke versie van de geknielde jongeling ontbreekt de verwijzing naar het Narcissusverhaal. Verinnerlijking en deemoed komen sterker op de voorgrond en verlenen het beeld veeleer een religieus karakter. De geknielde is het meest bekende beeld van de kunstenaar en het werd op vele exemplaren verspreid in gips brons en marmer.