Op een veld zitten een twintigtal personen - mannen, vrouwen, kinderen - te luisteren naar een gloedvol sermoen van Christus. De voorstelling is in Ensors eigen tijd gesitueerd: in het landschap staat een windmolen van het type dat Ensor nog kende. De stralen die de aura van de Christusfiguur suggereren, bedekken de hele linkerhelft van het landschap.
Deze ets verscheen in het mei-nummer 1895 van het Brusselse tijdschrift Le Coq Rouge.