Het groeiend natuurbesef en de algemene tendens om de eigen omgeving te observeren en te doorgronden hadden een sterke invloed op het Hollands realistische landschap in de zeventiende eeuw. Een van de belangrijkste en meest productieve landschapschilders van de eerste generatie was de schilder en tekenaar Jan van Goyen: meer dan duizend schilderijen en tekeningen worden aan hem toegeschreven. Kort na 1625 en tot in de jaren 1640 schilderde hij monochrome landschappen; daarna gebruikte hij meer kleur. Zijn onderwerpen zijn vaak herkenbare steden en kerken duin- en rivierlandschappen geschilderd naar tekeningen en schetsen die hij op zijn vele reizen vooral in het noorden van Nederland maakte.