Deze portretbuste is afkomstig uit de vertrekken van het voormalige Antwerpse Sint-Lucasgilde net als twee andere uit de collectie van het museum: Lodewijk van Benavides (Artus Quellinus I 1664 Inv. Nr. 701) en Joannes-Dominicus van Zuniga en Fonseca (Lodewijk Willemsens 1675 Inv. Nr. 753). De drie werken vormen samen een geheel van voorstellingen van gouverneurs van de Spaanse Nederlanden die voor de geschiedenis van het gilde en de academie van belang zijn geweest. Zij bezitten ook een aantal gezamenlijke formele en iconografische kenmerken. Ten eerste gaat het bij elk van hen in feite om voorstellingen ten halve lijve. De geportretteerden worden uitgebeeld tot aan het middel in een pose waarbij ook de armen volledig worden uitgewerkt. Net als zijn twee pendanten wordt de gouverneur voorgesteld in wapenrusting met de maarschalkstaf als zinnebeeld van het hoogste militaire gezag. Dit portret werd uitgevoerd uit erkentelijkheid voor de vier nieuwe vrijheden die de gouverneur (1691-1706) aan het gilde verleende in 1693. Het is een topwerk uit het oeuvre van Kerricx die zoals de meeste van zijn collega's vooral actief was op het vlak van de kerkinrichting. Het geïdealiseerde karakter van de voorstelling staat in contrast met het barokke realisme van de beide andere bustes en kondigt de achttiende eeuw aan.