De bloemen zijn overzichtelijk boven en naast elkaar gerangschikt zodat ze elkaar nergens echt overschrijden. Ze bloeien op verschillende tijdstippen: keizerskroon iris pioen lelie tulp narcis vergeet-mij-niet roos etc. Dit zou kunnen staan voor het voortschrijden van de seizoenen met het ontluiken bloeien en afsterven van de natuur. Dat verwijst naar de vergankelijkheid van het menselijk bestaan: 'De mens geboren uit een vrouw leeft korte tijd en vol ellende. Hij ontluikt en verwelkt als een bloem.' (Job 14:1-2). De ruiker staat in een terracottavaas. Hierop staan twee cartouches met links Amphitrite en rechts Ceres die door een Florisgrotesk van elkaar gescheiden worden. Zij verbeelden water en aarde. Waarschijnlijk staan op de voor de toeschouwer onzichtbare cartouches de elementen vuur en lucht (Vulcanus en Apollo?). Het voorkomen van de vier elementen en de bloemen op één werk kan geïnterpreteerd worden als de emanatie van de macrokosmos in de microkosmos.