Het ruime aantal biechtstoelen in deze paters-kerk voldoet aan een behoefte. De toeloop voor de biecht is zo groot - in de Paastijd wel eens 4.000 biechtelingen op een dag - dat men aan de zestien biechtstoelen op de beneden-verdieping op de gaanderijen nog zes toevoegt voor de mannen. Mensen gaan immers dingen die het daglicht niet verdragen liever anoniem biechten bij een of andere pater dan bij hun vertrouwde pastoor. De biechtstoelen in de zijbeuken toegeschreven aan J.P. Van Baurscheit (ca.1720) maken deel uit van de lambrisering. Oorspronkelijk waren ze tien in getal nu zijn er nog acht waarvan zes origineel. Het ligt voor de hand dat de thematiek van de figuratieve voorstellingen te maken heeft met de biecht en dus met de strijd tussen goed en kwaad en de opeenvolgende etappen van zonde berouw vergeving en boete. De engelenhermen aan de buitenzijde zijn iconografisch van geen belang wél de twee engelen met attributen in het midden.