Dit Maaslands laatgotisch beeld heeft de karakteristieke S-houding en geprononceerde knakplooien in haar gewaad door het effect van steun- en speelbeen. In de linkerhand rust een druiventros, terwijl op de rechterarm het Jezuskind gedragen wordt. Het hoofd van de Madonna was eertijds gekroond. Opvallend is het hoge voorhoofd, de lichtbolle wangen en de kleine kin die naar gotische traditie verwijzen. De lange haarstrengen verwijzen naar andere voorbeelden uit dezelfde periode uit het Maasland. Bijhorend een later toegevoegd kroontje, niet origineel. Dit beeld stond vroeger in de Sint-Janskapel van Tuilt.