Nadat hij in 1935 naar Brussel was teruggekeerd, genoot hij van wandelingen in de parken en bossen. Deze beleving van de natuur en meer specifiek van de aanwezige bomen bezorgde hem een gevoel van verbondenheid met de natuur. De wandelingen resulteerden in composities met pen en inkt op een achtergrond van transparante aquarel.