Deze machine werd gebruikt om amandelen en andere nootjes mee te pletten. Deze machine werkte als volgt: via de trechter bovenaan de machine werden de nootjes in de machine gegoten. Door te draaien aan de zwengel kwamen de walsen (cylinders) in beweging. Deze walsen draaiden tegenover elkaar. Er bestonden ook types waarbij de cylinders een wrijvende beweging maakten de ene cylinder draaide dan sneller dan de andere. Door deze wrijvende beweging werden de nootjes verbrijzeld en werd er zo een massa of soort pasta verkregen. Uiteindelijk kwam deze massa van geplette nootjes onderaan in een vergaarbak terecht. Amandels vormen de basis voor onder andere marsepein en frangipane.