Dit spreekwoord dat door Pater Poirters (Het Masker van de wereldt afgetrocken p. 118) explicerend omschreven werd als: Raedt naer daet komt te laet: en den put te stoppen als t'calf verdroncken is of suycker te stroyen op de vlaey als sy verbrandt is dat is domme liedens werck werd door de Oude Brueghel in beeld gebracht als nr. 5 van zijn Twaalf spreuken (Antwerpen Museum Mayer van den Bergh) met het onderschrift: Wat baet het sien en derelyck loncken Ick stop den put als tcalf is verdroncken en in zijn Spreekwoordenschilderij (Berlijn Kaiser-Friedrich-Museum). Het onderhavige werkje met de voorstelling van een boer die op zijn erf de gemetselde waterput dichtschoffelt waarin zijn kalf verdronken is is een zeer vrije interpretatie in spiegelbeeld van de overeenkomstige uitbeelding op het Berlijns Spreekwoordenschilderij.