In 1627 bestelde het stadsbestuur van Gent dit monumentale schilderij bij de Antwerpse schilder Theodoor Rombouts. Het was bestemd voor het Schepenhuis van Gedele. Het Schepengerecht van Gedele is vergelijkbaar met het huidige vredegerecht en was tevens bevoegd voor de wezenzorg. Het werd pas op het einde van de achttiende eeuw afgeschaft. De personages in deze allegorie zingen de lof van de opdrachtgevers en van de stad Gent. Bovenaan troont de Maagd van Gent met aan haar voeten de Gentse leeuw. Bij haar zitten vijf weeskinderen en op de trappen zetelen aan elke kant vier rechters. Zij symboliseren het schepengerecht. De vrouwen in het midden stellen drie deugden voor: Kracht slaat haar arm om een zuil Wijsheid houdt al schrijvend een vergrootglas vast en Matigheid doet water in de wijn. De soldaten vooraan links moeten de orde handhaven. Rechts ligt de Schelde in de gedaante van een naakte man met een hoorn des overvloeds en een kruik met water. De vrouw rechts van hem met de waterspuwende draak is de Leie de tweede rivier die de stad Gent haar welvaart bezorgde. Rombouts was in 1627 pas terug uit Italië. Hij bewonderde het werk van Caravaggio en dat is hier in zijn manier van schilderen nog goed te zien. De groots opgezette compositie doet echter aan Rubens denken die hem in toenemende mate zou gaan beà¯nvloeden.