Dit werk werd vermoedelijk rond 1519 geschilderd toen het Antwerps maniërisme zijn hoogtepunt bereikte. Het sluit nauw aan bij een grotere triptiek die in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel bewaard wordt dat een vergelijkbaar middenpaneel heeft. Ze worden aan dezelfde meester toegeschreven. Het middenpaneel toont de Aanbidding van de Koningen. Centraal zit Maria met Jezus op haar schoot met achter haar Jozef. Naast haar kan men de koningen herkennen: links de Morenkoning Balthasar met een beker mirre en koning Melchior die Jezus goud aanbiedt. Rechts staat koning Gaspar met wierook. Het decor wordt gevormd door de ruïne van het paleis van koning David. Op de achtergrond ziet men de stad Bethlehem. Op het marktplein komen drie groepen ruiters en soldaten samen de escortes van de koningen. Op het linkerluik wordt de heilige Joris met de draak afgebeeld. Het rechterluik toont de heilige Margaretha van Antiochië met de knielende schenker.