Voorstelling van een biddende adelijke dame afgeleid van de Sibylla Persica? Het paneel werd aan beide zijkanten en aan de bovenkant vergroot en bovenaan boogvormig afgezaagd om het naar vorm en afmetingen gelijk te maken aan Portret van een edelman (inv nr 262) zodat beide stukken als pendants konden gerepresenteerd worden. Vermoedelijk werden bij deze ingreep de wapenschilden bijgeschilderd; op het onderhavige werk dat van Jacoba van Beieren; op het portret van de edelman dat van haar vierde echtgenoot Frank van Borselen. Mogelijk gebeurde deze ingreep om met de aldus fictieve portretten een lacune op te vullen in de portretgalerij van de familie van Borselen. In de 18e eeuw worden beide werken alleszins voor authentieke portretten gehouden. Ze bevinden zich dan op naam van Jan Mostaert in de verzameling van de Haarlemse drukker Johannes Enschede die ze in 1753 door Taco Jelgersmans laat natekenen en door Jacob Folkema laat graveren als de beeltenissen van de vorstin en haar gemaal.