Twee wapens in het bovengedeelte van het stukje: het eerste keel met zilveren band boven welke 3 lelies 2 boven 1 en onder welke 3 andere op één rij; het andere keel met gouden M. daarboven een gouden kroon en een gouden ster links en rechts. Op de lijst vroeger A° DNJ 1514 a° etatis 75 (opschrift thans verdwenen). Het eerste van de twee wapens is volgens de kataloog van 1849 dat van de familie Borrevan Amerongen; het tweede dan van de van Neck's. Volgens de kataloog van 1874 is het leliewapen wel dat van de eerstgemelde familie; het andere wordt echter niet meer verklaard. Deze laatste kataloog kende evenals die in 1849 het stuk toe aan een Holl. meester uit de XVIe eeuw. Op achterkant ingebrand: 1527 en met inkt: Philip Melanchton. Door L. Scheibler eerst aan Jacob Cornelisz. teruggegeven (Kgl. Preuss. Kunstsamml. III 1 blz. 20).